DOEL:
Veel patiënten met een eetstoornis geven aan dat zij problemen hebben met het reguleren van hun emoties. In deze studie wordt de prevalentie van zelfverwondend gedrag, de kenmerken en emotieregulerende functie ervan onder patiënten met anorexia nervosa onderzocht (n=136).
METHODE:
Een cross-sectioneel onderzoek met behulp van een zelfrapportagevragenlijst. Er werden Mann-Whitney U-toetsen uitgevoerd voor het vergelijken van de achtergrond en klinische variabelen van patiënten met en zonder zelfverwondend gedrag. Middels Wilcoxon signed-ranktoetsen werden veranderingen gemeten in de emotionele toestand vóór en na zelfverwondend gedrag.
RESULTATEN:
De prevalentie van zelfverwondend gedrag was 41% in de voorafgaande maand. Patiënten met zelfverwondend gedrag waren langer in behandeling voor hun eetstoornis vergeleken met patiënten die zichzelf niet verwondden. In 55% van de gevallen was er sprake van een secundaire psychiatrische diagnose, terwijl dit maar bij 21% van de deelnemers zonder zelfverwondend gedrag het geval was. Na zelfverwondend gedrag was er een significante toename bij ‘opgelucht gevoel’ en een significante afname bij ‘kwaad zijn op mezelf ’, ‘angstig gevoel’ en ‘kwaad zijn op anderen’.
DISCUSSIE en CONCLUSIE:
Zelfverwondend gedrag kan worden beschouwd als een strategie voor emotieregulatie. Het is van belang dat zorgverleners de aanwezigheid van zelfverwondend gedrag navragen, vooral bij patiënten met een ernstigere en comorbide psychopathologie en bij patiënten met een lang behandelverleden.
Literatuur
Linda Akkermans-Smithuis, MSc, verplegingswetenschapper, verpleegkundige FACT, Parnassia Groep, Rotterdam / Hogeschool Inholland, Amsterdam;
Dr. Nienke Kool-Goudzwaard, senior onderzoeker Fivoor, Den Haag / Hogeschool Inholland, Amsterdam;
Dr. Janneke M. de Man-van Ginkel, onderzoeker Julius Center voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, afdeling Verplegingswetenschappen, UMC Utrecht;
Dr. Harmieke van Os-Medendorp, Julius Center voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, afdeling Verplegingswetenschappen, UMC Utrecht / afdeling Dermatologie/Allergologie, UMC Utrecht;
Tamara Berends, MSc, verpleegkundig specialist, Altrecht Eetstoornissen Rintveld, Zeist;
Dr. Alexandra Dingemans, Rivierduinen Eetstoornissen Ursula, Rivierduinen, Leiden / Instituut voor Psychologie, Universiteit Leiden;
Prof. dr. Laurence Claes, hoogleraar klinische psychologie, KU Leuven, faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Leuven / Universiteit van Antwerpen, faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, Antwerpen, België;
Prof. dr. Annemarie A. van Elburg,
Prof. dr. Berno van Meijel, lector en bijzonder hoogleraar GGZ-verpleegkunde, Hogeschool Inholland, Amsterdam / Amsterdam UMC (locatie VUmc, afdeling Psychiatrie) / Parnassia Groep, Den Haag / Opleidingsinstelling GGZ-VS, Utrecht
Correspondentieadres: l.akkermans.smithuis@gmail.com