Samenvatting
DOEL: Disfunctioneren is een veelal structurele situatie van tekortschietende beroepscompetenties of onverantwoorde zorgverlening waarin cliënten worden geschaad of het risico lopen te worden geschaad en waarbij de betreffende beroepsbeoefenaar niet (meer) in staat of bereid is zelf de problemen op te lossen. Doel van dit artikel is inzicht geven in hoe zorgverleners omgaan met signalen van disfunctioneren bij collega’s of artsen.
METHODE: Vragenlijst ingevuld door 1214 verpleegkundigen, verzorgenden, begeleiders en praktijkondersteuners werkzaam in Nederlandse ziekenhuizen, GGZ, gehandicaptenzorg, ouderenzorg en huisartspraktijken (respons 59%).
RESULTAAT: Bijna de helft van de respondenten (45%) had in het voorgaande jaar een situatie meegemaakt waarin (mogelijk) sprake was van disfunctioneren. Meestal ging het daarbij om een collegazorgverlener uit de eigen instelling of praktijk. In minimaal 37% van de situaties was de cliëntveiligheid in gevaar, volgens de ondervraagde zorgverleners. Maar de cliëntveiligheid speelde geen rol in óf en hoe erop gereageerd werd. In 75% van de situaties ging het om tekortschietende beroepscompetenties, in 25% (ook) om persoonlijk disfunctioneren. In 87% van de situaties werd (doorgaans) door de zorgverlener zelf, een leidinggevende of collega’s actie ondernomen, in twee derde (67%) door de zorgverlener op zijn gedrag aan te spreken.
DISCUSSIE: Management en leidinggevenden kunnen disfunctioneren voorkomen en ervoor zorgen dat er zo goed mogelijk mee om wordt gegaan, maar het is ook een verantwoordelijkheid van de individuele zorgverlener.
CONCLUSIE: Als zorgverleners zien dat een ander (mogelijk) disfunctioneert dan wordt dat meestal bespreekbaar gemaakt. Zorgverleners zien de signalen van disfunctioneren vooral bij collega’s binnen de eigen instelling.
Trefwoorden: disfunctioneren, grensoverschrijdend gedrag, competenties, zorgverlener