In een tijd waarin het zorglandschap in Nederland in razend tempo verandert door o.a. vergrijzing, vergroening, innovatie en een toenemend tekort aan verpleegkundigen, evolueert ook het verpleegkundig beroep. Binnen deze complexiteit van de gezondheidszorg weerspiegelt zich een opvallende paradox: de drang naar controle en het noodzakelijke loslaten. Deze paradox wordt vooral zichtbaar binnen het maakbaarheidsideaal, waarbij we streven naar controle over ziekte en gezondheid. Binnen deze ontwikkeling is de rol van de verpleegkundige van onschatbare waarde. Terwijl de kwaliteit van leven van de patiënt centraal staat, balanceert de verpleegkundige tussen controle en overname, en het loslaten en omarmen van autonomie1,2.